Het is een regenachtige woensdagmiddag als ik mezelf over straat haast om thuis gezellig met de kinderen iets warms te drinken en een spelletje te doen, als ik geschreeuw hoor vanuit een raam vlak naast mijn slaapkamerraam. Een donker getinte vrouw hangt half uit het raam en schreeuwt verwoed in een taal die ik niet begrijp. Als ik de richting van haar blikken en geschreeuw volg, zie ik nog net een vijftal jongetjes tussen de vier en acht jaar oud om een hoekje verdwijnen, gevolgd door nog meer geschreeuw gemengd met snikken. Terwijl ik mijn instinct volg trek ik een sprintje naar de jongens toe en zie nog net in mijn ooghoek de gestalte van de vrouw, die nog steeds op dezelfde toon iets onverstaanbaars schreeuwt, in haar deuropening verschijnen.
Een evenzo donkergetint jongetje wordt tegen de muur gedrukt door een jongen die met kop en schouders boven hem uit torent en ik zie de eerste vuistslagen al op het betraande gezicht neer komen. In een vlaag trek ik beide ventjes uit elkaar en breng het huilende mannetje naar zijn schreeuwende moeder. Zij sleurt hem het huis in en in de verte hoor ik het kind zeggen: “ Mama, waarom schreeuw je nu zo?”
Deze hulpeloze vraag echoot nog na als er een boze buurvrouw van Turkse afkomst naar buiten rent en roept: “ Hassan, jij niet meer speel met mij soon!”
De andere kinderen, behalve de achtjarige Pakistaanse Hassan, zijn nu verdwenen en ik besluit dat ik wat met Hassan ga drinken om hem zijn verhaal te laten doen. Dan vertelt hij hoe deze jongen moest leren dat hij geen kleine jongetjes mag slaan. Hoe hij had geprobeerd dat te zeggen, maar dit niet was overgekomen. Hoe hij dus besloten had dat het tijd was om zijn handen te gebruiken. “ Zo hoort het toch?!” zegt hij verwonderd.
Wij willen uw aandacht vragen voor deze gewone jongens in een gewone achterstandswijk. Net als deze jongens is er een verslaafde jonge vrouw die regelmatig ontbijt nodig heeft, een Marokkaanse buurvrouw die na negen jaar nog nooit in gesprek was geweest met een autochtone Nederlander en een gescheiden buurman die zijn geluk niet op kan als we hem uitnodigen om samen muziek te maken.
Deze mensen hebben het niet zozeer nodig om bekend te zijn bij allerlei hulpverlenende instanties, deze mensen hebben het nodig om gekend te zijn. Gekend door iemand die wil investeren in hun levens.
Tot zover de inleiding op het visiedocument dat we geschreven hebben om weer te geven hoe en waarom we Samenhuis Ernaast willen zijn.
Het hele visiedocument lezen? Klik hier