De eerste keer dat ik terugkwam van de Afrikaandermarkt, met z’n maiskolven, Turkse broden en oosterse stoffen, zag ik een auto rijden en dacht: ‘Hee, een Nederlands kenteken!’ Natuurlijk hadden alle auto’s een Nederlands kenteken… Hoewel er ook steeds meer Bulgaarse, Poolse en Roemeense kentekens in de Rotterdamse straten verschijnen.
Al die culturen bij elkaar vormen een levendig straatbeeld. De negatieve gevolgen daarvan lees je in de krant, de gezellige zomerdagen op straat moet je ervaren.Het levert soms ook lastige dilemma’s op. Neem alleen al het woordje ‘nee’. Dat betekent namelijk voor een Chinees iets heel anders dat voor een Marokkaan, bijvoorbeeld.
Ik had Fatima al een paar keer uitgenodigd om thee te komen drinken, maar het was er nog niet van gekomen. Tot ik bedacht dat het in de Arabische cultuur beleefd is om eerst te weigeren. Pas als iemand je drie keer iets vraagt, weet je dat het niet alleen een beleefdheidsvraag is, maar echt gemeend. Het voelde als een truc, maar het werkte! Drie keer achter elkaar vragen, in andere bewoordingen, en ze kwam! Het begin van een vriendschap.
Maar welke ‘truc’ moet je toepassen als Guang, de Chinese buurman, je wat speelgoed aanbiedt waar zijn dochtertje te groot voor geworden is? We hebben ons nooit echt verdiept in de Chinese cultuur. Extra obstakel is zijn belabberde kennis van Nederlands of Engels. En ons Chinees is ook niet al te best. We proberen de beleefde weigering. ‘Nee, dat is veel te veel, dit kunnen we niet aannemen, het is zo aardig van je, maar…’. Tot onze stomme verbazing zegt hij: ‘Ok’, pakt het speelgoed weer op en loopt weg.
Langzaam doen we de deur weer dicht en kijken elkaar aan. Hier ging iets niet goed, maar wat? Hebben we hem nu beledigd?
Een goede aanleiding om ons te bezinnen op een plan van aanpak. Moeten we ons nu in alle culturen van onze buren verdiepen? Dat is onmogelijk. In Rotterdam wonen 169 nationaliteiten. In onze straat wonen ze niet allemaal, maar we kunnen er toch een heel aantal tot onze buren rekenen. Wat het nog gecompliceerder maakt, is dat niet iedereen goed Nederlands spreekt. Ook is de een veel meer vernederlandst dan de ander. En dat kun je niet altijd aan de buitenkant zien.
Onze voorlopige conclusie is: we behandelen in principe iedereen gewoon als Nederlander. Omdat wij dat zijn, maar ook omdat mensen daar uiteindelijk het meest aan hebben. Voor Fatima bijvoorbeeld, was ik de eerste Nederlandse vriendin in de zeven jaar dat ze toen hier woonde. Kaasgewoontes zal ze dus het meest via mij op haar bordje krijgen.Wel blijft het leuk om hier en daar wat culturele kennis op te doen en ‘trucjes’ te leren.
Dus zijn we nog steeds benieuwd wat ‘nee’ nu eigenlijk betekent voor een Chinees…